Aflevering 3: Mijn taalverhaal

Hallo, dit is mijn verhaal.

Wel, dit is mijn taalverhaal. Vandaag wil ik vertellen hoe die verschillende talen allemaal in mijn leven zijn gekomen.

Hallo, mijn naam is Kenny en ik ben leraar Nederlands. En dit is mijn podcast. Dit is de derde aflevering. Ben jij klaar voor een nieuw gezellig onderonsje met Kenny? Een nieuw gesprekje met Kenny? Daar gaan we.

Al die verschillende talen, het is allemaal begonnen op die eerste dag. Op 11 november 1983. In België een officiële feestdag, maar ook mijn feestdag, mijn verjaardag. Toen sprak ik natuurlijk nog geen enkele taal, maar er was wel al taal rondom mij.

Mijn familie sprak Nederlands. Wel, heel vaak spraken ze een dialect. Mijn familie spreekt nog steeds heel vaak een Vlaams dialect. Een dialect van het noorden van de provincie Oost-Vlaanderen. Maar op school werd er toen, in die periode, heel sterk de nadruk opgelegd. Het werd heel sterk beklemtoond dat we heel mooi en proper Nederlands moesten spreken. En dat heb ik dus geleerd op school.

Toen ik vijf was, kwam de tweede taal in mijn leven: het Frans. Ik wou toen naar televisie kijken, ik wou naar tekenfilms kijken, maar op de Belgische televisie, op de Vlaamse televisie, was er bijna niets voor kindjes. En dus keek ik naar de Franse televisie. Ik keek regelmatig naar Japanse tekenfilms, gedubd in het Frans en zonder ondertitels. Ik denk dat daardoor mijn Frans niet zo slecht is. Ik heb waarschijnlijk de uitspraak toen al geassimileerd, opgenomen of geabsorbeerd.

De tweede taal, het Engels. Toen ik elf was, begon ik met de middelbare school. En daar begonnen we ook met het Engels. Ik kon natuurlijk al een beetje Engels, want in Vlaanderen was toen heel veel muziek, en heel veel films en series. Ja, het was allemaal in het Engels, met ondertitels op televisie, maar wij hoorden, of ik hoorde toch heel veel Engels.

En dan, ja, in de middelbare school, ik heb geen talen gestudeerd, ik heb Latijn-Wiskunde kunnen gestudeerd, dus er waren geen andere talen. Maar gelukkig heeft mijn school, toen ik vijftien was, een uitwisseling georganiseerd met een klein dorpje van het zuiden van Italië: Tricarico, in de Basilicata. En daar is mijn liefde voor het Italiaans en Italië ontstaan. Daar is het allemaal begonnen.

En daardoor, door die ervaring, ben ik na de universiteit begonnen met drie jaar Italiaans. Elke zaterdagochtend ging ik naar de les. Net zoals veel van mijn studenten, die ook naar een cursus, een cursus Nederlands gaan, elke week, of meerdere keren per week, ging ik vier uur per week, op zaterdagochtend, naar de Italiaanse les.

Ik had niet echt een plan om andere talen te leren, of iets met dat Italiaans te doen, maar toen, een geluk bij een ongeluk. Een geluk bij een ongeluk, dat wil zeggen, iets slechts gebeurt, maar er is een positieve kant aan. Het slechte, in 2008 verloor ik mijn baan, verloor ik mijn job. Maar ik had een plan B. Mijn plan B was om een tijdje naar Italië te trekken. En dat heb ik ook gedaan.

Dat tijdje, dat werden drie jaar. Ik heb drie jaar in Italië gewoond. En daar had ik veel, ja, Duitse collega’s. En toen ben ik ook met Duits begonnen, want ik wou een beetje beter communiceren met hen. En ik had ook twee collega’s die Portugees konden. Iemand van Portugal en iemand van Italië die in Brazilië had gewoond. En ik ben dan ook met Braziliaans begonnen, want er was een plannetje in mijn hoofd om een tijdje naar Brazilië te gaan. Daar is niets van in huis gekomen. Dat is niet gebeurd. Maar ondertussen sprak ik dus ook een mondje Braziliaans. Of Portugees, Braziliaans Portugees bedoel ik.

Nadien, ja, een lange tijd niets. Ik ben teruggekeerd naar België. Maar na vier jaar begon het weer te kriebelen, had ik weer zin, weer goesting om naar het buitenland te trekken. En ben ik met mijn toenmalige echtgenoot naar Spanje vertrokken. Ik heb dan ook Spaans moeten leren. Ondertussen spreek ik ook vlot Spaans. En mijn huidige partner is van Venezuela. En thuis spreken we dus ook Spaans. Spaans in Spanje. En opnieuw een tijdje wat rustig. Ik studeerde wel wat Duits, maar toch niet zo veel. Ik was bezig met mijn leven hier, met mijn job als leerkracht Engels.

En ja, toen gebeurde er iets dat we… dat ondertussen al een tijdje achter ons is. Maar ja, corona. Corona kwam in de wereld. En heeft ons leven aangepast. Heeft ons… mij bijna opgesloten, net zoals veel andere mensen. En ik had toen geen job. Ik had net voor corona mijn job verloren. En tijdens corona, tijdens die periode, ben ik begonnen met Catalaans, Deens en Afrikaans. Drie talen. Voor mij was dat het begin van mijn passie voor talen. Want ik ben niet meer gestopt. Er is geen dag meer voorbijgegaan dat ik geen talen heb gestudeerd.

Die drie talen waren voor mij ook een beetje het begin. Het begin van mijn echt, mijn passie voor talen, want daarna ben ik begonnen ook met het Grieks. Want dat vind ik een heel mooie taal. En is een taal die toch een beetje anders is. Een ander alfabet. Minder connecties met de talen die ik spreek.

Ik ben ook begonnen met het Japans. Heel moeilijk, maar mijn schoonbroer is leraar Japans. Dus die helpt me. Daarna, ik heb twee vrienden die Pools zijn. En dan dacht ik, ja, waarom niet hun taal leren? En zij zijn heel enthousiast om mij daarbij te helpen. Dus die taal is ook in mijn leven gekomen. En dan, ik heb een vriend die heel goed Zweeds kan en, ja, elke week oefen ik met hem een beetje om Zweeds te leren.

En tenslotte is er een nieuwe taal. Sinds 1 januari ben ik begonnen met een nieuwe taal. Een nieuwe taal die ik nog geheim hou, die niemand, behalve mijn partner, weet dat ik die taal aan het studeren ben. En ik hoop dat vol te houden tot het einde van het jaar. Om dan op het einde van dit jaar een videootje te maken. En te tonen hoe goed ik die taal kan na één jaar. Dat is mijn plan voor dit jaar.

En ik denk niet dat er nog een andere taal zal bijkomen. Want het moeilijkste met al die talen, als je heel veel talen spreekt, is om die talen een beetje op peil te houden. Of zelfs nog te verbeteren. En ik denk, op dit moment dat ik een beetje aan mijn limiet zit. Misschien in de toekomst komt er nog wel een andere taal bij. Maar op dit moment wil ik vooral de talen die ik spreek verbeteren. Ik wil hopelijk op een dag al die talen die ik nu spreek, leren, op een niveau brengen waar ik makkelijk een conversatie kan voeren. Bij een heleboel talen, vooral bij het Grieks, het Deens, het Pools, het Zweeds en het Japans, en die nieuwe taal, is dat nog niet het geval. Maar dat is mijn plan.

Dit was mijn aflevering van mijn podcast voor vandaag.

Tot een volgende keer.

Salut!

Heb je vragen over het Nederlands of over deze aflevering?

Neem gerust contact op via mijn sociale media of stuur me een mailtje:

kenny@somethingpolyglot.com